Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: [30]Mijn vader, [zo] die profeet tot u een [31]grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn? 30. Dit is een benaming van eerbied, liefde en vreze, die de onderzaten plegen hun oversten te geven, wanneer deze zich als vaders met de daad vertonen. Vergelijk de aantekening Gen.41:43. 31. Dat is, u wat zwaars geboden had.